Herken je dat? De angst om door de mand te vallen? De angst dat je toch niet goed genoeg blijkt te zijn, dat je tekort schiet? Die angst is voor veel mensen herkenbaar. Sterker nog, als je die gedachten nooit hebt, is het tijd om naar een psychiater te gaan!  Dus waarom hebben we het er dan over? Nou, omdat heel veel mensen hun gedrag en hun keuzes laten beïnvloeden door die gedachten. En dan doen ze niet de dingen die ze graag zouden willen doen, of ze doen het niet op de manier zoals ze het graag zouden willen doen.
Een voorbeeld is hiervan is Mai die haar mond houdt tijdens de vergadering omdat ze bang is een stomme opmerking te maken en dat iedereen dan ziet hoe dom ze eigenlijk is. Of Milou die zichzelf een burn-out in werkt omdat ze denkt dat haar werk nooit goed genoeg is dus eindeloos door blijft werken om de boel te perfectioneren.
Nu weten we dat vrouwen 2x vaker gedrag negatief laten beïnvloeden door die impostor gedachten dan mannen. 

De context

Dat heeft enerzijds een biologische oorzaak, maar daar wil ik het nu niet over hebben. Ik wil het hebben over de oorzaak die gelegen is in de context, de omgeving.
Op het moment dat je een uitzondering bent, bijvoorbeeld een van de weinige vrouwen, vrouwen van kleur, moslima’s of gehandicapten, dan ben je extra gevoelig voor die gedachten. Omdat je niet als vanzelf in de dominante groep (witte man) hoort. Je hebt iets te bewijzen. Dat maakt dat het niet volkomen logisch voelt dat jij de uitdaging aan kunt, en dat alle ogen op je gericht zijn of je het wel kunt, althans dat denk je.

7 tips

.

Wat kun je nu doen om die gedachten tot zwijgen te brengen?

 

  1. Snap het principe: je hebt gedachten, en je bent niet je gedachten.
  2. De gedachten die hebt zijn ingegeven doordat je een van de weinige vrouwen bent. Niet omdat ze waar zouden zijn.
  3. Probeer objectief te kijken of die gedachten waar zijn. Praat erover met iemand die je goed kent en kan beoordelen of ze waar zijn of niet.
  4. Diskwalificeer die persoon niet door dan alsnog te zeggen dat die persoon het niet kan weten omdat die persoon bijvoorbeeld niet ziet wat je allemaal fout doet of hoe hard je ervoor moet werken. Die persoon weet dat wèl, want we maken allemaal fouten.
  5. Bedenk waar die gedachten precies vandaan komen. Vaak zijn het dezelfde gedachten en komen ze uit je jeugd. En zijn nu dus niet meer waar..
  6. Stel jezelf de vraag: vallen er doden als ik het fout doe? Meestal is het antwoord nee. Nou, wat houdt  je dan tegen? (Is het antwoord ja, bijvoorbeeld als je dokter bent en je moet een moeilijke operatie doen. Vraag jezelf dan af of de patiënt beter af is als jij het niet doet. Dan doet iemand anders het. Maar die kan dan niet zijn/haar eigen werk doen. Dan vallen er misschien ook doden. Dus dan is toch de beste optie dat jij het wèl doet.).
  7. Lees mijn boek: F*ck die Onzekerheid

 

Succes!